´De verliefde Asperge´
Ik lag met jou in hetzelfde bed, we sliepen wel rechtop.
Jij stak er net wat bovenuit: vandaar jouw blauwe kop.
'k Was stapel op jouw lange lijf, dat mag je nu best weten.
Ik vond jou echt een reuze-wijf: gewoon om óp te vreten.
Laatst droomde ik de hele nacht, aan één stuk door van jou.
Jij werd mijn bruid, mooi in het wit, omdat ik van sleepasperges hou.
Plots werd mijn droom heel bruut verstoord: ik bloeide aan m'n kuiten.
We werden allebei vermoord door zo'n hovenier... van Nuyten.
We werden in een kistje gelegd, en spoedig daarna gewassen.
Mijn rug was krom, de jouwe recht, jij werd dus Eerste Klasse.
Wat wreed toch van zo'n hovenier ons zó uiteen te rukken.
'k Heb jou daarna nooit meer gezien, wat ik lag bij de stukken.
Weet je wat ik het gekke vind? 't Is eigenlijk heel stom:
Terwijl óns leven in de grond begint, is dat bij de mens net andersom.
Paul Asselbergs
´Koningin Morgenstond´
Diep verscholen in de grond woont onze Koningin Morgenstond.
Maandenlang is zij in ruste en wortelt bij haar het onderbewuste.
Hier verzamelt zij extra krachten, in die donk're, wulpse nachten.
Hier vormt zij haar maagdelijke schoonheid, hier geen discours van 'doe maar gewoon meid'.
Hier ligt een ware topkoningin te wachten op haar levenszin:
te zijn een dame van allure, in vol ornaat en puur nature.
En als ze dan plotsklaps ontwaakt, dan schijnt ze daar zo poedelnaakt,
zo blank, zo bloot, zo niets verhullend, alleen één levenszin vervullend,
dat al haar onderdanen zweren om haar van top tot teen te begeren,
haar beet te pakken en haar te verslinden en zich met hun tongen op te winden.
Maar wee o wee, wat een aardse pech, ineens duikt de koningin weer weg,
verdwenen zoals ze verschenen is, als visioen, of 't een Sirene is.
Dan gaat ze weer rusten in de grond, - onze Koningin Morgenstond - ,
krachten verzamelen, gezondheid opdoen, en smachtend wachten op het volgend seizoen.
Marco van der Plasse, Trendletter